Orde van Vrijmetselaren onder de Opperraad van de 33e en Laatste Graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus

Statuten

Deze statuten dateren uit 1998; ze zijn nadien niet meer gewijzigd.



Naam en Zetel

Artikel 1
1. De Vereniging draagt de naam: Orde van Vrijmetselaren Werkend onder de Opperraad van de Drie en Dertigste en Laatste Graad van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus voor het Koninkrijk der Nederlanden, bij verkorting genaamd "Orde van Vrijmetselaren Schotse Ritus" zij wordt hierna: de Orde genoemd.
De Orde is gevestigd te ‘s-Gravenhage.

DOEL

Artikel 2
De Orde heeft ten doel de regelmatige beoefening van voortgezette vrijmetselarij binnen de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus.
Artikel 3

De Orde stelt zich verder ten doel:
a. het aankweken en versterken van de onderlinge band tussen en samenwerking met alle in binnen- en buitenland arbeidende en door de Orde erkende maçonnieke lichamen,
b. de bestudering van de beginselen van vrijmetselarij en hun historische ontwikkeling, en
c. het bevorderen van de toepassing van de beginselen van vrijmetselarij. 
Artikel 4
De Orde tracht haar doel langs wettige weg te bereiken door:
a. het houden van samenkomsten ter aanneming of bevordering van leden naar de gebruiken en de voorschriften van de Orde,
b. het organiseren van bijeenkomsten waarin haar beginselen worden ontvouwd en besproken en
c. aanwending van al die middelen die het doel van de Orde kunnen bevorderen.

LIDMAATSCHAP

Artikel 5
1. Om als lid te kunnen worden aangenomen moet de kandidaat lid zijn van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden of van een loge, ressorterende onder een buitenlandse, door laatstgenoemde Orde erkende grootmacht.
2. Degene, die tot de Orde wil toetreden, wendt zich door tussenkomst van ten minste twee leden van de Orde, schriftelijk tot de secretaris van de Orde op de wijze als nader in het algemeen reglement is bepaald.
3. Het bestuur regelt de procedure, die aan de toelating vooraf dient te gaan.
4. Het bestuur beslist over toelating; bij niet-toelating staat geen beroep open.
5. De algemene vergadering kan nadere eisen stellen voor de toetreding tot het lidmaatschap.
6. Het lidmaatschap ontstaat door formele aanneming in een onder de Orde ressorterend consistorie.
7. Tot het wezen van het lidmaatschap van de Orde behoort het als lid ingeschreven zijn in een consistorie.
Artikel 6
Het lidmaatschap eindigt door:
a. het overlijden van het lid,
b. schriftelijke opzegging door het lid met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar,
c. opzegging van het lidmaatschap namens de Orde, en
d. ontzetting uit het lidmaatschap.
2. Opzegging van het lidmaatschap namens de Orde kan geschieden op grond van bet feit, dat het betrokken lid niet meer voldoet aan de eisen, voor toetreding gesteld, en wanneer redelijkerwijs van de Orde niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; onder dit laatste wordt verstaan, dat het lid meer dan twee jaren in gebreke is gebleven, aan zijn financiële verplichtingen jegens de Orde te voldoen.
De opzegging geschiedt door het bestuur na raadplegen van het consistorie waartoe het lid behoort.
3. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken indien een lid handelt in strijd met de beginselen van de Orde, neergelegd in deze statuten, reglementen en besluiten, of de Orde op onredelijke wijze benadeelt. Zij wordt uitgesproken door het bestuur, schriftelijk en met opgave van redenen ter kennis gebracht van het betrokken lid en binnen de Orde bekend gemaakt.
4. Degene wiens lidmaatschap van de Orde is opgezegd of die is ontzet uit het lidmaatschap, is bevoegd om binnen één maand na ontvangst van deze kennisgeving in hoger beroep te gaan bij de Opperraad. Gedurende de beroepstermijn is het betreffende lid geschorst, zodat hij zijn lidmaatschapsrechten niet kan uitoefenen. De Opperraad kan een dergelijk beroep slechts gegrond verklaren met een meerderheid van ten minste twee/derde der uitgebrachte stemmen.
5. Het bestuur is bevoegd om een lid met onmiddellijke ingang te schorsen; deze schorsing eindigt van rechtswege, indien deze niet binnen vier maanden wordt gevolgd door beëindiging van het lidmaatschap. Gedurende de periode dat een lid is geschorst kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.
Artikel 7

Ereleden van de Orde worden door de algemene vergadering benoemd op voordracht van de Opperraad. Een dergelijk besluit moet met algemene stemmen worden genomen; het voorgedragen lid heeft te dezer zake geen stemrecht.

CONSISTORIES

Artikel 8
1. De leden van de Orde zijn territoriaal ingedeeld in afdelingen, consistories genaamd. Het bestuur bepaalt de grenzen van elk Consistorie.
2. De leden behoren tot dat consistorie, binnen welke grenzen zij woonplaats hebben. Bij wijziging van woonplaats van een lid kan het consistorie, waartoe hij behoort, desgevraagd besluiten dat hij tot dat consistorie blijft behoren. Het bestuur beslist, tot welk consistorie de in het buitenland wonende leden behoren.
3. Onder een consistorie als in dit artikel bedoeld wordt uitsluitend verstaan die afdeling die is gevestigd in Nederland dan wel in Suriname, Aruba, de Nederlandse Antillen of Zimbabwe.
4. Consistories kunnen als zodanig niet zelfstandig aan het rechtsverkeer deelnemen.
5. De inrichting en de bevoegdheden van de consistories worden nader bij reglement vastgesteld.

ALGEMENE VERGADERING

Artikel 9
1. De algemene vergadering bestaat uit afgevaardigden van de consistories.
2. Een algemene; vergadering wordt zo dikwijls bijeengeroepen als het bestuur dit noodzakelijk acht, doch ten minste éénmaal per jaar. Binnen zes maanden na afloop van elk verenigingsjaar wordt een gewone algemene vergadering gehouden.
3. In een gewone algemene vergadering brengt het bestuur zijn jaarverslag uit onder overlegging van de nodige bescheiden en legt het rekening en verantwoording af van zijn beleid. Deze rekening en verantwoording moet door alle bestuursleden zijn ondertekend; ontbreekt een handtekening dan wordt de reden daarvan vermeld. Het bestuur zal zo mogelijk voor de aanvang van elk verenigingsjaar een begroting voor het komende jaar ter goedkeuring aan de algemene vergadering voorleggen.
4. Indien ten minste twee consistories schriftelijk een daartoe strekkend verzoek bij het bestuur indienen, zal het bestuur binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek en op een termijn van ten hoogste vier weken een buitengewone algemene vergadering bijeenroepen. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekende consistories zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze, waarop het bestuur een algemene vergadering bijeenroept.
Artikel 10

1. De algemene vergadering wordt door het bestuur schriftelijk bijeengeroepen op een termijn van ten minste veertien dagen.
2. De oproeping vermeldt de dag, plaats en uur alsmede de onderwerpen, die ter vergadering zullen worden behandeld.
3. De consistories benoemen voor elke algemene vergadering de afgevaardigden uit hun leden; indien een consistorie vijftig leden of minder heeft, bedraagt het aantal afgevaardigden twee; heeft een consistorie meer dan vijftig leden maar minder dan honderd leden, dan bedraagt het aantal afgevaardigden drie en heeft een consistorie honderd leden of meer, dan bedraagt het aantal afgevaardigden vier. Het ledental per één januari is bepalend voor het aantal afgevaardigden voor de algemene vergaderingen in het betreffende jaar. Is een consistorie in de loop van een jaar geïnstalleerd, dan is het aantal leden op de dag van installatie bepalend.
4. Consistories buiten Nederland als bedoeld in artikel 8 lid 3 benoemen hun vertegenwoordigers hetzij uit hun eigen leden hetzij uit leden van Nederlandse consistories.
5. In de algemene vergaderingen brengt iedere afgevaardigde één stem uit. De leden van het bestuur hebben een raadgevende stem.
6. De voorzitter van de algemene vergadering bepaalt de wijze van stemming. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter en geen der afgevaardigden zich daartegen verzet.
7. De besluiten in de algemene vergadering worden met gewone meerderheid der uitgebrachte stemmen genomen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Indien de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Blanco stemmen en ongeldige stemmen tellen niet mee.
8. Bij verkiezing van personen bij meervoudige kandidaatstelling is hij gekozen, op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht. Indien bij een verkiezing van personen de stemmen staken, wordt in afwijking van het bepaalde in het vorige lid, een tweede stemming gehouden tussen de twee personen, die de meeste stemmen op zich hadden verenigd; indien ten tweeden male de stemmen staken is niemand gekozen.
9. Over onderwerpen die niet zijn opgenomen in de oproeping ter vergadering kunnen geen besluiten worden genomen, tenzij het, naar het oordeel van de voorzitter; onderwerpen van gering belang betreft, of de algemene vergadering met een meerderheid van twee/derde der
uitgebrachte stemmen besluit om het onderwerp alsnog in behandeling te nemen.
10. In het algemeen reglement kunnen nadere bepalingen worden opgenomen omtrent het aanwijzen van afgevaardigden door consistories.
Artikel 11
1. De algemene vergaderingen worden door de voorzitter van het bestuur geleid of door de vice-voorzitter. Bij ontstentenis van beiden worden de vergaderingen geleid door een bestuurslid dat daartoe door het bestuur wordt aangewezen.
2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden door de secretaris van het bestuur of door een andere, door de voorzitter aan te wijzen persoon, notulen gemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend. Het bestuur draagt zorg, dat een verslag van het verhandelde in de vergaderingen ter kennis van de leden wordt gebracht.

BESTUUR

Artikel 12
1. Het bestuur van de Orde in Nederland bestaat uit vijf leden, die door de algemene vergadering uit de leden van de Opperraad op voordracht van de Opperraad in functie worden benoemd. Indien om welke reden ook het aantal bestuursleden minder dan vijf mocht bedragen, blijft het bestuur niettemin een geldig orgaan, onverminderd de verplichting om op zo kort mogelijke termijn in de vacature(s) te voorzien.
2. In afwijking van het in lid 1 van dit artikel bepaalde worden de voorzitter en de vice-voorzitter in functie door de Opperraad benoemd.
3. De leden van het bestuur van de Orde hebben zitting voor een periode van drie jaren en zijn éénmaal aansluitend herbenoembaar. Hij die in een tussentijdse vacature is benoemd neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene, in wiens plaats hij is benoemd. Hij is tweemaal aansluitend herbenoembaar, indien degene, in wiens plaats hij is benoemd, uiterlijk één jaar later reglementair zou zijn afgetreden. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op.
4. De algemene vergadering kan op voordracht van de Opperraad een bestuurslid schorsen en ontslaan. Voor een daartoe strekkend besluit is een meerderheid van twee/derde der uitgebrachte stemmen vereist. Het voor schorsing of ontslag voorgedragen bestuurslid heeft het recht om zich in die vergadering te verdedigen en zich daarbij door een ander lid van de Orde te laten bij staan.
5. Bestuursleden kunnen zelf hun ontslag aanbieden, mits dit schriftelijk geschiedt.
6. Onverminderd het in de vorige leden bepaalde eindigt het bestuurslidmaatschap bij het eindigen van het lidmaatschap van de Opperraad.
Artikel 13

1. Het bestuur is belast met het besturen van de Orde. Het bereidt voor hetgeen in de algemene vergadering en in de Opperraad wordt behandeld, en draagt zorg voor de uitvoering van haar, respectievelijk zijn besluiten. Het handhaaft de nakoming van de statuten en de reglementen en de besluiten van de algemene vergadering en van de Opperraad.
2. Besluiten van het bestuur, strekkende tot:
a. het sluiten van overeenkomsten tot het verwerven, vervreemden en bezwaren van registergoederen, en
b. het sluiten van overeenkomsten, waarbij de Orde zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt, behoeven de machtiging van de algemene vergadering.
3. De Orde wordt vertegenwoordigd door het gehele bestuur; de Orde kan bovendien worden vertegenwoordigd door de voorzitter en bij diens belet of ontstentenis door de vice-voorzitter. Bij belet of ontstentenis van zowel de voorzitter als de vice-voorzitter wordt de Orde vertegenwoordigd door de secretaris en de penningmeester gezamenlijk.
4. Aan het bestuur komen alle bevoegdheden toe, voor zover deze niet blijkens de statuten of het algemeen reglement aan een ander orgaan toekomen.

OPPERRAAD

Artikel 14
1. De Opperraad bestaat uit tenminste negen en ten hoogste uit drie en dertig leden. Indien om welke reden dan ook het aantal leden minder dan negen mocht bedragen, blijft de Opperraad niettemin een geldig orgaan.
2. Een lid van de Orde kan tot lid van de Opperraad worden benoemd, indien hij voldoet aan het daartoe in het algemeen reglement bepaalde.
3. De leden van de Opperraad worden op voordracht van het bestuur benoemd door de Opperraad. Een dergelijk besluit moet met algemene stemmen worden genomen.
4. Leden van de Opperraad hebben zitting voor een periode van drie jaar. Zij zijn éénmaal aansluitend herbenoembaar. In bijzondere gevallen kan een lid op voorstel van het bestuur nog éénmaal aansluitend worden herbenoemd.
Een lid van de Opperraad dat de leeftijd van twee en zeventig jaar heeft bereikt, treedt per één juli daaraan volgende af.
5. De Opperraad stelt met inachtneming van het in lid 1 van dit artikel bepaalde vast, hoeveel leden deze raad zal tellen.
6. De Opperraad wordt bijeen geroepen door het bestuur en komt ten minste tweemaal per jaar bijeen. Indien ten minste één/vijfde van het aantal leden van de Opperraad een daartoe strekkend verzoek schriftelijk bij het bestuur indienen zal het bestuur binnen vier weken na ontvangst van het verzoek en op een termijn van ten hoogste acht weken een buitengewone;vergadering van de Opperraad bijeen roepen.
7. De bepalingen omtrent de besluitvorming in de algemene vergaderingen zijn van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van de Opperraad, voor zover de statuten of het algemeen reglement niet anders bepalen. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan.
8. Bestuursleden hebben stemrecht in de vergaderingen van de Opperraad. 

GELDMIDDELEN

Artikel 15
De leden zijn gehouden tot het voldoen van een jaarlijkse bijdrage en andere bijdragen, die door de algemene vergadering zullen worden vastgesteld.

VERENIGINGSJAAR

Artikel 16
Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 17
1. Wijziging van de statuten kan slechts geschieden op voorstel van het bestuur of van ten minste twee consistories.
2. Een besluit houdende statutenwijziging moet door de algemene vergadering worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde der uitgebrachte stemmen.
3. Een besluit als bedoeld in het vorige lid behoeft, om geldig te zijn, de bekrachtiging van de Opperraad. Op de besluitvorming binnen de Opperraad is het bepaalde in het vorige lid van dit artikel van toepassing.
4. Een wijziging van de statuten heeft geen terugwerkende kracht. Zij treedt in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt; tot het doen verlijden van een dergelijke akte is elk lid van het bestuur bevoegd.

ONTBINDING

Artikel 18
1. Op een besluit tot ontbinding van de Orde en de bestemming van het vermogen na vereffening is het bepaalde in het vorige artikel van overeenkomstige toepassing.
2. Tenzij de algemene vergadering anders beslist is het bestuur belast met de vereffening van het vermogen van de Orde.
3. De algemene vergadering bepaalt de bestemming van een eventueel batig saldo na vereffening, welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de Orde moet zijn.

REGLEMENTEN

Artikel 19
1. De Orde kent een algemeen reglement. Omtrent de vaststelling en de wijziging ervan is het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van artikel 17 van overeenkomstige toepassing.
2. Overige reglementen kunnen door de algemene vergadering worden vastgesteld na verkregen machtiging van de Opperraad.
3. Waar in de statuten sprake is van reglementen wordt daaronder de reglementen als bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel begrepen.
4. Reglementen mogen geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten.

SLOTBEPALING

Artikel 20
In alle gevallen waarin deze statuten of reglementen niet voorzien en in alle gevallen waarin verschil van mening mocht bestaan over de uitleg van enig artikel van deze statuten of van reglementen, beslist het bestuur.


terug naar vorige pagina