Studentenbulletins 

 

De Parijse 'studentenrevolutie' van begin mei 1968 gaf de dienst, in casu de sectie BFA, de impuls om een speciaal bulletin uit te geven met 'gegevens inzake studentenactiviteiten'. Het eerste nummer verscheen op 10 mei 1968 en bevatte berichten uit zowel open als operationele bronnen. Uit open bron bijvoorbeeld was het bericht afkomstig dat de Nederlandse Studentenraad (NSR) op 11 mei in Bonn zou deelnemen aan een demonstratie tegen de 'Notstandsgesetze'.
De bulletins, die verschenen met een frequentie van eenmaal per week (of zoveel vaker als nuttig leek), hadden een ruime distributie. Behalve de eigen minister kregen de minister-president en de ministers van Justitie en van Onderwijs en Wetenschappen een exemplaar. De vijf procureurs-generaal werden niet vergeten, evenmin als de Directeur-Generaal Openbare Orde en Veiligheid van Binnenlandse Zaken.
Toch bleek deze intensieve berichtgeving nog niet voldoende. Vanaf l mei 1969 bracht de dienst als extra service zogenaamde 'extra bulletins' uit, bestemd voor een wel zeer beperkte kring van externe afnemers, namelijk de secretarissen-generaal van Binnenlandse Zaken en van Onderwijs en Wetenschappen. Kennelijk bestond daaraan, vooral bij de laatstgenoemde, grote behoefte. In de voor hem bestemde aanbiedingsbrief kondigde het hoofd van de dienst, Kuipers, namelijk het extra bulletin aan 'zoals hedenmorgen met u besproken'. Kuipers verontschuldigde zich enigszins dat het extra bulletin 'uiteraard in haast' was geschreven, maar hij beloofde tegelijkertijd hem 'langs deze weg van de ontwikkelingen op de hoogte te zullen houden'. En dat deed de dienst. De extra bulletins verschenen niet alleen dagelijks, voorzien van datum- en tijdsaanduiding, maar het gebeurde soms dat er twee per dag verschenen. De inhoud had vooral te maken met voorgenomen acties en andere activiteiten zoals demonstraties en bezettingen.

In dezelfde sfeer van acties en demonstraties liet de BVD eind april 1969 twee 'regeringsbrieven' verschijnen onder de titel 'Acties Koninginnedag - Bevrijdingsfeesten'. Ze werden verzonden aan zeven ministers, enkele commissarissen van de koningin, alle procureurs-generaal en aan enkele korpschefs.

Voor zover dat nog nodig was, was een gesprek van Kuipers met minister van Binnenlandse Zaken Beernink in mei 1969 een aansporing temeer om relevante informatie over studenten- en jongerenactivisme zo snel mogelijk aan de geïnteresseerde autoriteiten toe te sturen. De 'politiek' bleek op dit soort informatie te zitten wachten en was dan ook niet zuinig met lof voor de berichtgeving van de dienst. Zo kon Kuipers medio 1969 in het Aurora-gezelschap meedelen dat de ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie en Defensie bijzondere belangstelling aan de dag hadden gelegd voor wat de BVD te vertellen had over de gebeurtenissen in de universitaire wereld. Een rapport 'Achtergrond onrust studentenwereld' werd bijzonder door de heren geapprecieerd. Op suggestie van de drie genoemde ministers werd dat rapport ook nog nagezonden aan de ministers die het nog niet hadden ontvangen, terwijl ook de Kamercommissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten een exemplaar kreeg toegezonden. De ministers verzochten Kuipers bovendien nog, op de hoogte te worden gehouden van ontwikkelingen op het gebied van studenten-activisme in het buitenland.

De intensieve aandacht van de dienst voor de studentenoppositie duurde niet vreselijk lang. In 1975 verstuurde het hoofd van de dienst voor - naar later bleek - de laatste keer een 'regeringsbrief' over studentenaangelegenheden, getiteld 'Landelijke demonstratie tegen verlenging van de studentenstop'. In datzelfde jaar nam het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen de rapportage over dit soort zaken over met een eigen 'Bulletin Studentenpolitiek'.
(Deze tekst is afkomstig uit: Per Undas Adversas : Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de Binnenlandse Veiligheidsdienst en zijn voorgangers, 1945-2002 / D. Engelen. – ‘s-Gravenhage : Rijksarchiefdienst, Ministerie van Binnenlandse Zaken, 2002. – PIVOT-rapport, nr. 122.)


Deze bulletins zijn door de AIVD verstrekt, waarbij grote delen zijn geweigerd wegens bronbescherming, een nog actuele werkwijze of het feit dat er persoonsnamen genoemd werden. De AIVD is een groot aantal van deze bulletins kwijt. Een aantal van deze bulletins is ook verstrekt door een van de ontvangers, het Ministerie van Algemene Zaken. In deze stukken zijn gegevens verstrekt die de AIVD weigerde (en omgekeerd). Bij grote verschillen zijn beide versies opgenomen.

Het is onduidelijk tot wanneer deze bulletins zijn verschenen.
Vanaf 1972 is een nieuwe serie verschenen, met een nieuwe nummering. Gelet op het feit dat er een groot gat zit tussen de twee series (tussen zomer 1970 en voorjaar 1972) is het niet onaannemelijk dat er in de tussentijd, maar wellicht ook na voorjaar 1973 meer edities zijn verschenen.

Bulletin Gegevens inzake Studentenactiviteiten (nr. 912.239, vanaf 1969 nr. 943.906, vanaf 1970 nr. 982.474)


Extra Bulletins (nr. 954.189)
Bulletin Studentenactiviteiten (nr. 1.078.617)  

Home