Geheimzinnigheid


In de volksmond wordt de vrijmetselarij meestal omschreven als een geheim genootschap. Zelf beweren ze hardnekkig dat er van een geheim genootschap geen sprake is, dat er alleen sprake is van een zekere beslotenheid. De namen van de leden worden geheim gehouden en de ritualen zijn geheim en dat zijn volgens de gangbare opvattingen van de Orde de enige geheimen die er zijn. De loges organiseren met enige regelmaat open dagen, die moeten tonen hoe open de loges wel niet zijn, maar vragen die iets dieper gaan dan de oppervlakte worden niet of zeer terughoudend beantwoord. Sinds maart 2000 is deze schijnopenheid van de Orde nog verder teruggedrongen: het Hoofdbestuur  heeft besloten dat leden van de Orde alleen nog maar contact met media kunnen hebben na overleg met en toestemming van de Grootsecretaris. Onder meer als gevolg van deze stap, maar ook als gevolg van enkele eerdere conflicten heeft de Commissie Voorlichting tijdens het Grootoosten van 24 juni 2000 te kennen gegeven geen enkele verantwoordelijkheid meer te kunnen en willen dragen voor het door het Hoofdbestuur gevoerde persbeleid en daarmee feitelijk het vertrouwen in het Hoofdbestuur en met name in Grootsecretaris Andrioli opgezegd.

De teksten van de ritualen zijn een van de grootste geheimen van de vrijmetselarij. Mensen die die teksten naar buiten brengen worden door de Orde en haar leden nog steeds bestempeld als 'verraders'. De geheimhoudingsplicht in de gelofte die de kandidaten moeten afleggen luidt op dit moment als volgt: "Ik beloof (…) gelet op het karakter van de Orde als besloten vereniging te zullen eerbiedigen hetgeen mij als lid van de Orde wordt toevertrouwd."
De leerling wordt bij zijn aanneming het, geheime, herkenningsteken (het symbolisch de keel afsnijden) als volgt uitgelegd: "dit zou duiden op dat gedeelte van de aloude eed der Vrijmetselaren waarin zij verklaarden zich liever de keel te laten afsnijden, dan ontrouw te zijn aan het geheim der Vrijmetselarij".
De gezel krijgt bij zijn bevordering te horen dat zijn teken (het symbolisch het hart uitrukken) "zou duiden op dat gedeelte van de eed waarbij zij getuigden zich liever het hart uit van onder de linkerborst zouden zien gerukt, dan ontrouw te zijn aan het geheim der Vrijmetselarij".
Het Meesterteken, zo krijgt de meester bij zijn verheffing te horen, zou duiden op dat gedeelte van de eed, waarin vrijmetselaren getuigden zich liever het lichaam in tweeën gedeeld te zien, dan ontrouw te worden aan het geheim. Overigens wordt bij deze verheffing ook een andere verklaring voor deze drie tekens gegeven.
In enkele oudere ritualen van verschillende vervolggraden waren de straffen die in oudere ritualen stonden op het bekendmaken van de geheimen nog kleurrijker:
De 6e Graad van de Schotse Ritus, Geheimschrijver kende als sanctie: ‘dat mijn lichaam wordt opengesneden, mijn ingewanden eruit gerukt, mijn hart verscheurd en dat het geheel als prooi voor de wilde dieren wordt gesmeten’.
Bij de 10e Graad (Uitverkorene der Vijftien) werd de overtreder volgens de gelofte "van voren verticaal en horizontaal opengesneden om gedurende 8 dagen in de openlucht te worden blootgesteld, zodat zijn ingewanden ten prooi zouden vallen aan vliegen, muggen en andere insecten", gevolgd door onthoofding, waarop het hoofd op de hoogste plaats ter wereld werd tentoongesteld.
In de elfde Graad (Verheven en Uitverkoren Ridder) stond de overtreder vierendeling te wachten en de verafschuwing aan zijn herinnering als die van een bedrieger.
Bij het verkrijgen van de 18e Graad (Souverein Prins van het Rozenkruis) moest de Ridder geheimhouding beloven op straffe van "voor immer te worden uitgesloten van het Woord, van voortdurend in duisternis te moeten verblijven waar een golf van water en bloed onophoudelijk uit mijn lichaam stroomt, van te moeten lijden onder heftige zielesmart, van geen ander drinken te krijgen dan gal en azijn en van als hoofddeksel de scherpste doorns moeten dragen".
Maar ook tegenwoordig nog worden loslippige vrijmetselaars met niet mis te verstane straffen bedreigd. In een van de vervolggraden, de Royal Ark Marinergraad, die ook in Nederland wordt beoefend, luidt in de gelofte de strafbepaling op het onthullen van de geheimen van die graad: "dat mijn ribben zullen worden gebroken en dat ik zal ondergaan in het water en van het aangezicht van de aarde zal verdwijnen." De tekst van dit rituaal dateert uit 1994.


home